In mijn tijdlijn op linked-in verschijnen regelmatig berichten over onderwijsmythes, met titels als Dit is niet waar! of Onderwijsmythes ontmaskerd.
Ik lees deze stukken graag. Net als de mythekrakende auteurs hou ik niet van bullshit en nog minder van bullshit die verkocht wordt als wetenschap. De toon van de stukken is stevig, van twijfels en nuances hebben de auteurs weinig last; dat leest lekker weg. Ik erger me ook, want mythekrakers zitten vaak hoog te paard (‘hoe bestaat het dat iemand dit nog gelooft?’) en met deze stukken bieden ze docenten weinig steun.
Docenten staan niet open voor onderwijsmythes omdat ze dom en goedgelovig zijn, maar omdat ze zoeken naar houvast en oplossingen voor dagelijkse dilemma’s en problemen. Mythes beloven dat houvast. Aan het bericht ‘Dit is niet waar!’ heb je als docent niet zoveel. Wat betekent het dat iets niet waar is? Wat is dan wel waar en wat kun je wel doen? Mythekrakers hebben daar wel ideeën over (zie bijvoorbeeld het interessante en gratis te downloaden Op de schouders van reuzen). Maar die staan niet in hun veel gedeelde mythe-stukken en ze linken er ook niet naar.
In deze en volgende blogs wil ik voor een paar onderwijsmythes beschrijven wat de mythe is, of er een kern van waarheid in zit en waaruit die dan bestaat, hoe je naar het onderliggende probleem kunt kijken en hoe je in de praktijk met dat probleem kunt omgaan. Ik begin met het populaire en verguisde idee dat goede docenten rekening houden met de leerstijlen van studenten, oftewel de leerstijlenmythe.